Een ongewone ontmoeting

Het is een beetje een vreemde situatie. Er heerst een sfeer van lichte dreiging, er zit iets van spanning in de lucht. Ik ben uitgenodigd voor een lezing door een bekende socioloog, van wie ik de naam hier niet zal noemen. De lezing wordt gegeven in huiselijke sfeer, zo is ons aangekondigd. En dat is ook zo. Heel letterlijk zelfs, want het evenement vindt plaats op de eerste verdieping van een chique jaren ’30 woning in het Amsterdamse Oud-Zuid. Zo’n woning met een grote voor- en achterkamer, van elkaar gescheiden door schuifdeuren. Iedereen staat of schuifelt wat rond door de kamers, opvallend voorzichtig. De socioloog houdt zijn lezing. Ik heb geen idee waar hij het over heeft, en weet ook niet wie de andere aanwezigen zijn. Het lijken wel schimmen, als in een droom.

Opeens besef ik waar die onrust, dat gevoel van spanning vandaan komt: achterin de ruimte, helemaal aan de andere kant van de kamers, zit een enorme, best wel angstaanjagende, en in ieder geval geenszins onverschillig latende, zwarte gorilla. Zo nu en dan beweegt hij een beetje, wat meteen een siddering onder het aanwezige publiek veroorzaakt. De stem van de socioloog blijft rustig. Nog steeds heb ik geen idee waar hij het over heeft, maar wanneer ik toch even luister, blijken zijn woorden er vooral op gericht de mensen rustig te houden, en daarmee ook die angstaanjagende gorilla. De gorilla blijft al mijn aandacht naar zich toe zuigen, de andere aanwezigen en de spreker merk ik nauwelijks op. Ze blijven schimmig. Alles in deze ruimte is erop gericht de gorilla rustig te houden.

De lezing komt onvermijdelijk tot een einde, waarna iedereen de ruimte verlaat en naar de aangrenzende gang gaat. En al even onvermijdelijk ontstaat er onrust, want die grote, zwarte, angstaanjagende gorilla gaat mee de gang in. De spanning in de gang loopt op, er ontstaat meer onrust, de mensen komen mijn kant op, gejaagd, richting uitgang en trap naar beneden. Ik zie de gorilla nu ook langzaam mijn kant uitkomen.

Ik voel aan de klink van een gangkast en merk dat deze open kan. Ik besluit het zekere voor het onzekere te nemen en sluit me in de kast op in plaats van de trap af te rennen en naar buiten te stormen. Ik hoor aan de andere kant van de deur veel gestommel. Ik weet me in deze kleine ruimte veilig, maar toch voel ik me niet goed, ik ben onrustig. Ineens besef ik dat ik die grote zwarte gorilla wel eens zou willen ontmoeten.

– – –

Best lezer, in het dagelijks leven kom ik wel vaker van die grote zwarte gorilla’s tegen, en er is een tijd geweest dat iedereen in mijn ogen op een grote zwarte gorilla leek. Die tijd is gelukkig voorbij, maar zo nu en dan belt er nog wel eens eentje bij me aan. En wie weet hebt ook u ooit kennis gemaakt met de grote zwarte gorilla en staat deze ook bij u wel eens voor de deur.

Mij overkwam dat vorige week nog. Toen belde er weer een aan bij mijn voordeur. Het leek bijna een echte. Een bonkige, gedrongen verschijning, gespierd als een Jerommeke, opgezwollen nekaderen, zweetdruppels op zijn voorhoofd, met een wat piepende ademhaling, naar ik vermoedde uitsluitend in staat tot het voortbrengen van schorre keelklanken. Armen dik als boomstammen, zwaar getatoeëerd. Met enige moeite lukt het me een deel van de in Gotisch schrift opgestelde teksten op zijn arm te ontcijferen.

Ik lees, ondersteboven: Satudarah.

Ik heb tegenwoordig geen gangkast meer om in weg te vluchten.

En dat is maar goed ook.

Want in luttele momenten veranderde zijn dreigende gorillasnuit in een vriendelijk kaboutergezicht met rode koontjes. Hij was gestuurd door de plaatselijke kringloopwinkel en kwam een bank ophalen die we wilden weggeven. De vriendelijkheid zelve ging schuil achter deze berg spieren en liters tatoeage-inkt. Hij was een avonturier, dat wel. Zo ging hij elk jaar een paar maanden in zijn eentje door Indonesië rondzwerven. Hij kon er smakelijk over vertellen. En hij was ooit ook lid geweest van Satudarah. Hij was er, niet zonder moeite, uitgestapt op het moment dat hij besefte dat Satudarah zich steeds meer met gewelddadige activiteiten ging bezighouden. Zelf herinnerde hij zich vooral de onderlinge saamhorigheid, de bereidheid om elkaar en ook andere hulpbehoevenden te helpen. Helpen en dienstbaar zijn, dat was waar hij zijn leven aan wijdde. We zijn na enkele bakken koffie (met gebak) als de beste vrienden uit elkaar gegaan.

Volgens de 16e-eeuwse Joodse mysticus Loeria bestaat alles in het universum, elk ding, elk wezen uit een stoffelijke schil die gouden vonken van goedheid, van heiligheid, van goddelijk bewustzijn bevat. Het is onze taak, als mens, om de ons en alles omhullende schillen open te breken en de eronder verborgen gouden vonken op te rakelen en aan het licht te brengen. Onder die dikke laag spieren en tatoeages verborgen zich bij deze man gouden vonken van goedheid en barmhartigheid. Het was voor mij een voorrecht enige tijd met deze man te mogen doorbrengen. Ik besefte eens te meer de waarheid van de woorden van rabbi Cooper: “Elke ontmoeting met een ander wezen is een contactpunt waar het heelal om draait.” (uit zijn boek God is een werkwoord).

One Comment on “Een ongewone ontmoeting

  1. Ha Daan, wat een spannend verhaal! Ben benieuwd of de Gorilla in kwestie die als sneeuw voor de zon in een barmhartige kabouter verandert ook op dit schrijven is geattendeerd door je. Kan hij vast waarderen 🙂

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: